De eerste akkoorden op de akoestische gitaar worden gevolgd door de klanken van elektronische fluiten uit een mellotron. De rockzangeres zet het couplet in. Ondersteund door elektrische gitaren bouwt ze het nummer langzaam op, aangevuld door strijkers en leden van een popkoor. Hun zoetgevooisde stemmen vormen de tegenhanger van het rauwe, doorleefde stemgeluid van de zangeres, samen in perfecte harmonie.
Met gesloten ogen luister ik naar de muziek. Het is lastig te omschrijven wat er door me heen gaat, het voelt ambivalent. De samenzang zweept me op en ontroert me tegelijkertijd.
Ik geniet van de krachtige slagen op het drumstel. Gitaren, strijkers en blazers halen alles uit de kast en zetten de haren op mijn arm rechtovereind. Deze muzikale traktatie voor mijn oren nadert in mijn beleving bijna de genialiteit van het origineel.
Mijn favoriete gedeelte is wanneer het nummer met een verpletterende gitaarsolo en een orkestraal intermezzo het hoogtepunt bereikt. Als het koor versterking heeft gekregen en de zangeres al haar decibellen in de strijd gooit.
Ik hou het niet droog als de koorleden voor de laatste keer uithalen, de drummer hen en het orkest met een laatste slag tot zwijgen brengt en de zangeres a capella afsluit: … and she’s buying … her stairway … to heaven.